Terugblik: Trio Khaldei


Op 9 oktober 2011 speelde het trio in Concertzaal 'In den Wouwdfluit'

Pieter Jansen viool, Barbara Baltussen piano en Jeanne Maisonhaute violoncello



Het “Trio Khaldei” maakte hun naam meer dan waar. Evgueni Khaldeiwas de belangrijkste officiële Sovjetfotograaf. Een risicovol beroep, zeker als de opdrachtgever Jozef Stalin heet.

Voeg daaraan toe de enorme gedrevenheid  die Russische musici ten toon spreiden, dan kan men zich een voorstelling maken hoe vurig en gepassioneerd de musici van het “Khaldei Trio” gespeeld hebben In den Wouwdfluit.

Drie meesterwerken stonden op het programma.

Schubert’s Notturno is een brok muziek uit één stuk met vele variaties. De tempo aanduiding Adagio – kalm - geldt voor het hele werk, waarbij de verdeling van de melodieën zodanig afwisselend waren dat de hele compositie de indruk wekt uit meerdere delen  te bestaan. De prachtige piano guirlandes brengen de nodige luchtigheid aan in de muziek, in tegenstelling tot de spannende melodieën met uitgerekte ritmes voor viool en violoncello. 
De juiste timing en het uitgekiend samenspel gaven de Notturno haar grandeur.  

Ravel’s pianotrio uit 1914 vervoerde iedereen in de zaal. Een vierdelig werk in een grootse vertolking. Impressionistische verfijndheid en lichtvoetigheid naast gedurfd samenspel door het ensemble. Voor de pianiste Barbara Baltussen was niets te veel. In in de vele complexe gedeeltes toonden violist Pieter Jansen en celliste Jeanne Maisonhaute een prachtige klankverhouding. Panthoum, het tweede deel gebaseerd op ritmes uit de Maleisische dicht- en voordrachtskunst, klonk puntgaaf. De Passacaglia begint in de laagste pianoregionen en beloofde hiermee een zeer origineel stuk te worden. Ravel’s Baskische volksaardig bleek overduidelijk in de vurige Finale.

Na de pauze zong het Trio zich helemaal los van de noten. Noten waarvan Dmitri Sjostakovitsj er veel in zijn hoofd had. Hier werden alle registers opengetrokken. Naast de wildste passages hoorden we ijle onwerkelijk zachte Flageolettonen in de strijkers, heftige melodieën die elkaar snel opeenvolgden zoals in de Fuga. De componist die veel Joodse vrienden had, gebruikt in het laatste deel de speciale interval opeenvolgingen d-es-c-b. Zo componeerde Sjostakovitsj een stampende dans op Joodse thema’s. Voor de componist een understatement tegen verdrukking en tirannie. Een gedurfde zaak in 1944.
Het “Trio Khaldei” op zijn best en voor de muziekliefhebbers was dit programma een openbaring.